INGEZONDEN BRIEF: Cursusprogramma Schot in de roos

Andrea uit Roosendaal, cursist.

Bij het lezen van het Kruisvenster (medio april/mei) viel mijn oog op de aankondiging van de cursus ZelfZorgen: ‘goed beslagen ten ijs komen als er hulp in je naaste omgeving gevraagd wordt. Een cursus voor mensen met een Zorghart’.
Dat sprak mij aan, gezien de groeiende vraag naar zorg voor mijn vader en in mijn omgeving. Maar ook vanwege mijn voornemen om vrijwilligerswerk te doen in een zorgomgeving. De beschreven onderwerpen van de cursus zijn ‘dagelijks voorkomende’ zaken, maar ik besefte dat ik van geen enkel onderdeel voldoende af wist om maar eens ‘lekker aan de slag te gaan’. Wat zou ik met mijn handen in het haar zitten als er nu een beroep op mij gedaan zou worden voor hulp of zorg. Of, sterker nog, als mijn partner of ik zelf hulp en/of zorg nodig zouden hebben. Kort en goed: ik schreef me in voor alle cursusonderdelen.

Cursusmiddag is een eye-opener
Eind september startte de cursus met het onderwerp ‘aan- en uittrekken van steunkousen’. Niet het makkelijkste werkje, heeft mijn man inmiddels aan den lijve ondervonden: in juli bleek hij een trombosebeen te hebben. Ik was dus erg blij dat dit onderwerp als eerste aan bod kwam. De bijeenkomst was een eye-opener: wat zijn er veel hulpmiddelen voor het aan- en uittrekken van steunkousen! En wat is de rol van de ergotherapeut belangrijk. Zaken waar wij destijds geen informatie over kregen vanuit het ziekenhuis.

Inmiddels zijn er 3 cursusmiddagen geweest. Iedere middag is steeds weer bijzonder de moeite waard! Na ontvangst met koffie of thee wordt door een wijkzuster en/of deskundige aan de hand van een PowerPoint de ‘lesinhoud’ besproken. Informatie over het signaleren van lichamelijke aandoeningen. Hoe ga je er mee om? Welke zorg kan je bieden en hoe doe je dat? Wat kan je preventief doen? Welke hulpmiddelen zijn er beschikbaar om het leven met een aandoening (praktisch) beter leefbaar te maken? De informatie wordt ondersteund met grappige, laagdrempelige filmpjes ter extra lering ende vermaak. Daarna wordt het geleerde in praktijk gebracht: we oefenen de lesstof nadat we de handelingen eerst hebben afgekeken van de wijkzuster.

De vaste groep raakt bekend met elkaar
Alle informatie staat ook op papier: je kan het later rustig teruglezen en als naslagwerk bewaren. De groep die de cursus volgt blijkt een vaste groep te zijn: bijna iedereen heeft zich ingeschreven voor alle cursusonderdelen. Dit maakt dat we elkaar beter leren kennen, dat we (globaal) op de hoogte zijn van elkaars persoonlijke redenen om de cursusmiddagen te volgen. Wat ik heel goed vind is dat de lesgevenden tijdens de bijeenkomsten heel gericht ingaan op (soms persoonlijke) zorgvragen van cursisten. Of zelfs die situaties als voorbeeld nemen om de lesstof zo praktisch mogelijk te maken.
En niet onbelangrijk: behalve leerzaam vind ik de bijeenkomsten vooral ook heel gezellig!